-
1 interfere with
-
2 outrage
n. schandaal; ramp; belediging; onrecht--------v. geweld aandoen, beledigen, krenkenoutrage1[ autreedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geweld(daad) ⇒ wandaad, misdaad/drijf; aanslag; belediging, smaad; schandaal————————outrage2〈 werkwoord〉1 geweld aandoen ⇒ zich vergrijpen aan; schenden, overtreden; een aanslag plegen op; beledigen, krenken
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский